Direct naar content gaan

Samenvatting

Rechtbank Noord-Nederland heeft het beroep van X (belanghebbende) inzake een naheffingsaanslag omzetbelasting niet-ontvankelijk verklaard. Het beroepschrift is niet tijdig ingediend. De opgegeven reden dat X is verhuisd en daardoor de uitspraak op bezwaar niet tijdig heeft ontvangen is geen verontschuldiging voor het verzuim, aldus de Rechtbank. X is zelf verantwoordelijk voor het wijzigen van zijn adres. Volgens de BRP is X ingeschreven op het nieuwe adres na de bekendmaking van de uitspraak op bezwaar.

Het tegen de uitspraak van de Rechtbank ingediende verzet is ongegrond verklaard. Hetgeen X heeft aangevoerd is volgens de Rechtbank (in verzet) geen aanleiding om anders te oordelen over de ontvankelijkheid van het beroep.

X heeft cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dat gegrond.

Uit de uitspraak van de Rechtbank valt niet op te maken of de Rechtbank heeft beoordeeld of in de situatie van X de verwijtbaarheid met betrekking tot de niet-tijdige indiening van het beroepschrift als gering moet worden beschouwd, en de termijnoverschrijding in verband daarmee niet aan X moet worden toegerekend. De Hoge Raad verwijst in dit verband naar r.o. 4.2.4 van zijn arrest van 5 april 2024 (22/04246, ECLI:NL:HR:2024:515) en r.o. 3.3 van de uitspraak van het CBb van 30 januari 2024 (22/1049, ECLI:NL:CBB:2024:31).

De Rechtbank moet de ontvankelijkheid van het beroep opnieuw, met inachtneming van het onderhavige arrest, beoordelen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
HR
Datum instantie
19 april 2024
Rolnummer
22/01767
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:625
Auteur(s)
mr. F.W. Wiggers
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2024/0958
Aflevering
23 april 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6356
bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:8,bwbr0005537&artikel=6:8

Naar de bovenkant van de pagina