Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Belanghebbende heeft griffierecht betaald als gedaagde in een door de bank, bij wie hij een som geld had geleend, aangespannen procedure tot betaling van het in 1992 nog openstaande restant van de hoofdsom van die lening met rente en kosten. In geschil is of het griffierecht behoort tot de kosten van geldleningen, als bedoeld in artikel 45, lid 1, letter f, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De Hoge Raad oordeelt : "Proceskosten als deze, die zijn gemaakt bij de bestrijding door een belastingplichtige van een tegen hem ingestelde vordering tot terugbetaling van een geleende geldsom zijn immers niet rechtstreeks verbonden aan het aflossen van de geldlening, maar worden veeleer veroorzaakt door de omstandigheid dat de belastingplichtige de uit die lening voortkomende schuld niet of niet tijdig aflost."

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1992
Instantie
HR
Datum instantie
7 oktober 1998
Rolnummer
32.171
ECLI
ECLI:NL:HR:1998:AA2315

Naar de bovenkant van de pagina