Direct naar content gaan

Samenvatting

De kernvraag in deze zaak is of onder het tot 2016 geldende overheidsregime in de Wet VpB 1969 een aandelenvennootschap die actief is als afvalwaterzuiveraar, vpb-plichtig is.

X (bv; belanghebbende) is op 18 augustus 2003 opgericht. Vanaf 21 december 2012 worden al haar aandelen middellijk gehouden door Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen. A (nv) houdt middellijk 50% in X. De aandelen A worden gehouden door lagere overheden. A houdt ook andere vennootschappen, waarvan een of meer een energie(distributie)bedrijf exploiteren.

X zuivert afvalwater. Zij beheert en onderhoudt afvalzuiveringsinstallaties en het bijbehorende watertransportsysteem. Het gezuiverde water wordt geloosd op het oppervlaktewater. Daarbij wordt uit slib energie opgewekt die X nagenoeg geheel zelf gebruikt. Het relatief zeer geringe restant levert zij om niet terug aan het elektriciteitsnet.

In geschil is of X vennootschapsbelastingplichtig is op basis van artikel 2, lid 7 (oud), Wet VpB 1969 (de meetrekregeling). Volgens Rechtbank Den Haag is dat het geval, maar volgens Hof Den Haag is er geen sprake van belastingplicht voor de vennootschapsbelasting.

De staatssecretaris heeft met drie middelen cassatieberoep ingesteld.

X heeft voorwaardelijk incidenteel gesteld dat zij ook op basis van de tekst van artikel 2, lid 7, onderdeel f, Wet VpB 1969 al niet als nijverheidsbedrijf kan worden aangemerkt omdat zij haars inziens geen bedrijf uitoefent. Ten tweede betoogt zij dat het Hof haar beroep op het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel ten onrechte niet heeft behandeld.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de staatssecretaris ongegrond. Het Hof heeft terecht geoordeeld dat X met het enkel produceren van elektriciteit niet een nijverheidsbedrijf uitoefent.

Aangezien het incidentele beroep kennelijk alleen is ingesteld voor het geval het principale beroep zou slagen, maar dit geval zich niet voordoet, vervalt het beroep gelet op artikel 8:112, lid 2, Awb.

Conform Conclusie A-G Wattel (NLF 2022/0577, met noot van De Ruiter).

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2012-2013
Instantie
HR
Datum instantie
19 april 2024
Rolnummer
21/03758
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:627
Auteur(s)
drs. G.J.W. de Ruiter
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2024/1017
Aflevering
30 april 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6365
bwbr0002672&artikel=2,bwbr0002672&artikel=2,bwbr0005537&artikel=8:112,bwbr0005537&artikel=8:112

Naar de bovenkant van de pagina