Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De minister van EZK heeft aanvragen van een onderneming voor een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het vierde kwartaal van 2020 en het vierde kwartaal van 2021 afgewezen.

De TVL is een ministeriële regeling, die haar grondslag vindt in de Kaderwet EZK-subsidies. Het gaat hier om een gebonden bevoegdheid. Dat wil zeggen dat als niet aan de (toepassings)voorwaarden voor verlening van de subsidie is voldaan, waaronder het minimale omzetverlies, de minister geen subsidie mag verlenen.

De onderneming bestrijdt niet dat de afwijzingen in overeenstemming zijn met de TVL, maar betoogt onder meer dat de bepalingen in de TVL over de vaststelling van de omzet in de referentieperiode (de referentieomzet) in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel en daarom onverbindend zijn, dan wel dat die bepalingen in haar geval buiten toepassing moeten worden gelaten omdat toepassing ervan leidt tot een uitkomst die in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. In casu is sprake van een bijzondere omstandigheid, te weten een stalbrand.

De grote kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt in deze zaak dat het evenredigheidsbeginsel ook van toepassing is bij gebonden besluiten. Het oordeel houdt in dat het bestuursorgaan bij het nemen van een gebonden besluit altijd nog wel moet beoordelen of er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat het toepassen van het wettelijk voorschrift onnodig belastend is en daarmee tot een onevenredige uitkomst leidt.

Het CBb vult tevens de uitspraken van de grote kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 februari 2022 (202002668/1/A3, ECLI:NL:RVS:2022:285) en van 1 maart 2023 (202006816/1 en 202100115/1, ECLI:NL:RVS:2023:772) nader in en de rechtspraak over exceptieve toetsing van een avv zoals ingezet met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 juli 2019 (16/3727 PW, ECLI:NL:CRVB:2019:2016).

Het beroep in de onderhavige zaak, waarbij geen subsidie is toegekend, verklaart het CBb ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
4e kwartaal 2020, 4e kwartaal 2021
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum instantie
26 maart 2024
Rolnummer
22/201; 22/1594
ECLI
ECLI:NL:CBB:2024:190
Auteur(s)
mr. F.W. Wiggers
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2024/0848
Aflevering
9 april 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6334

Naar de bovenkant van de pagina