Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) was in dienstbetrekking bij een Nederlandse bv van 7 december 2014 tot en met 5 december 2015. Hij verrichtte werkzaamheden aan boord van schepen in het Noordzeegebied.

X had een huurcontract afgesloten voor een woning in Spanje voor de periode van 1 december 2014 tot 1 november 2015. Hij is voorts eigenaar van een woning in Nederland. Vanaf 22 oktober 2015 stond X weer op dit adres in Nederland ingeschreven.

X heeft in de aangifte IB/PVV 2015 verzocht om een ‘aftrek elders belast’ van € 47.622. De Inspecteur heeft de aftrek niet verleend en dat acht Hof Den Bosch terecht.

X heeft weliswaar gesteld dat hij in Spanje heeft gewoond, maar hij heeft onvoldoende onderbouwd dat hij in Spanje was onderworpen aan belastingheffing. Daar komt bij dat de Inspecteur in hoger beroep gemotiveerd heeft betoogd dat X naar regels van Spaans belastingrecht, gelet op het aantal dagen dat X in 2015 in Nederland verbleef, waarschijnlijk niet als inwoner van Spanje kan worden aangemerkt. X heeft daar niet meer op gereageerd.

Het Hof concludeert dat X in 2015 alleen in Nederland als inwoner onderworpen was aan belastingheffing, zodat terecht geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting op grond van het verdrag is verleend.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
27 maart 2024
Rolnummer
22/01222
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:1047
NLF-nummer
NLF 2024/1061
Aflevering
30 april 2024

Naar de bovenkant van de pagina