Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze procedure is in geschil of het box 3-inkomen over 2020 van X (belanghebbende) juist is vastgesteld.

Toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3 leidt in casu niet tot een vermindering van de aanslag, aangezien het box 3-inkomen met toepassing van dit besluit zou worden vastgesteld op € 5.035, terwijl de aanslag is vastgesteld naar een bedrag van € 4.453.

Volgens Hof Den Haag moet in afwijking van het Besluit rechtsherstel box 3 compensatie worden geboden omdat de compensatie in beginsel dient aan te sluiten bij het werkelijk behaalde rendement en niet meer hoort te worden belast dan de feitelijk genoten rente, dividend, huur, royalty’s en mogelijk andere vormen van direct gerealiseerde vermogensopbrengst.

Tussen partijen is niet in geschil dat het werkelijk door X en de echtgenoot behaalde rendement in het onderhavige jaar in totaal € 3.873 bedraagt. Het Hof vermindert de aanslag door rekening te houden met een voordeel uit sparen en beleggen van € 3.873. Aangezien Rechtbank Den Haag de aanslag heeft berekend naar een inkomen uit sparen en beleggen van € 1.969, is het door de Inspecteur ingestelde hoger beroep in zoverre gegrond. Gelet hierop komt het Hof toe aan beoordeling van de door de Rechtbank niet behandelde stelling of X door de box 3-heffing wordt geconfronteerd met een individuele en buitensporige last. Dat is volgens het Hof niet het geval.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
23 januari 2024
Rolnummer
23/88
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:337
NLF-nummer
NLF 2024/0966
Aflevering
23 april 2024
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2

Naar de bovenkant van de pagina