Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) is onderdeel van een Noors concern (A) met als topholding B. Het concern houdt zich vooral bezig met productie, verkoop en distributie van kunstmest(producten). X is moedermaatschappij van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting met diverse dochters, waaronder de tussenholding C (bv) en de productievennootschap D (bv).

Het geschil is in 2012 en 2013 hetzelfde, al hebben de partijen over beide jaren afzonderlijk (door)geprocedeerd. Daarom behandelt A-G Wattel beide cassatieberoepen in één conclusie. Voor 2013 gaat het om sprongcassatieberoepen.

De Inspecteur is in beide jaren afgeweken van de aangifte vpb. In cassatie zijn alleen nog in geschil de correcties in verband met (i) samenhangende waardering van dollarposities en (ii) de transfer pricing, waarmee volgens de Inspecteur Nederlandse winst is verschoven naar de Zwitserse vennootschap E (AG). Beide partijen hebben voor beide jaren cassatieberoep ingesteld. De grieven van de staatssecretaris zien op de oordelen van Hof Den Bosch over de dollarpositie-waardering en die van X op de oordelen van het Hof over het verrekenprijsgeschil.

Volgens de A-G zijn de cassatieberoepen van X ongegrond en de cassatieberoepen van de staatssecretaris gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2012 en 2013
Instantie
A-G
Datum instantie
24 februari 2023
Rolnummer
22/01909; 22/03307
ECLI
ECLI:NL:PHR:2023:226
Auteur(s)
mr. W.J.H. Antonisse
Horlings Belastingadviseurs
NLF-nummer
NLF 2023/0736
Aflevering
6 april 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5692
bwbr0002672&artikel=8,bwbr0002672&artikel=8b,bwbr0011353&artikel=3.25,bwbr0011353&artikel=3.8,bwbr0002672&artikel=8,bwbr0002672&artikel=8b,bwbr0011353&artikel=3.8

Naar de bovenkant van de pagina