Direct naar content gaan

Samenvatting

Belanghebbenden, zijnde Nederlandse stichtingen, zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Regeling voor vervroegde uittreding (hierna: RVU) voor een volledige bedrijfstak. Bij de beoordeling van de belastingplicht van deze stichtingen is de vraag naar voren gekomen of een RVU kwalificeert als een regeling als bedoeld in artikel 5, lid 1, onderdeel b, Wet VpB 1969.

Vragen
  1. Kwalificeert een RVU als een regeling als bedoeld in artikel 5, lid 1, onderdeel b, Wet VpB 1969 (de subjectieve vrijstelling voor pensioenlichamen)?
  2. Voldoet de bestemming van het liquidatiesaldo aan de winstbestemmingseis als bedoeld in artikel 3, Uitv.besl. VpB 1971, nu daarover is bepaald dat een batig saldo moet worden bestemd voor een doel dat het meest overeenstemt met het doel van de stichting?
Antwoorden
  1. Ja, een RVU kwalificeert als een regeling als bedoeld in artikel 5, lid 1, onderdeel b, Wet VpB 1969.
  2. Nee, in casu is niet voldaan aan het winstbestemmingsvereiste.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
24 april 2024
Rolnummer
KG:211:2024:8
NLF-nummer
NLF 2024/1047
Aflevering
30 april 2024
bwbr0002672&artikel=5,bwbr0002672&artikel=5,bwbr0002786&artikel=3,bwbr0002786&artikel=3

Naar de bovenkant van de pagina