Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) stelt zich in deze procedure op het standpunt dat een letselschade-uitkering moet worden vrijgesteld van de box 3-heffing, omdat hij ongelijk wordt behandeld ten opzichte van andere slachtoffers (of nabestaanden van slachtoffers) van rampen.

Vast staat dat de letselschade-uitkering in fasen is uitgekeerd en vervolgens onderdeel is geworden van het vermogen van X. Daarmee is de wet in beginsel juist toegepast door het vermogen vervolgens na die uitkering(en) en dus ook in het in geschil zijnde jaar (2017) in de box 3-heffing te betrekken.

Hof Den Bosch is van oordeel dat slachtoffers (of nabestaanden van slachtoffers) van de blootstelling aan asbest, de MH17-ramp, de Volendam-ramp en de Enschede-ramp in beginsel vergelijkbaar zijn met X als het om de toegekende letselschadevergoedingen gaat. Van een begunstigende behandeling is echter naar het oordeel van het Hof niet gebleken. Het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet en ook het beroep op schending van artikel 1 Grondwet faalt.

Gelet op de in verband met het Kerst-arrest (HR 24 december 2021, 21/01243, ECLI:NL:HR:2021:1963, NLF 2022/0106, met noot van Dusarduijn) gegeven verminderingsbeschikking is het hoger beroep wel gegrond. Voorts heeft X vanwege overschrijding van de redelijke termijn recht op een immateriële schadevergoeding van € 1.500.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
5 juli 2023
Rolnummer
22/00125
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:2197
NLF-nummer
NLF 2023/2120
Aflevering
21 september 2023
bwbr0011353&artikel=5.3,bwbr0011353&artikel=5.3

Naar de bovenkant van de pagina