Direct naar content gaan

Samenvatting

A en B zijn zussen. B heeft één kind: C. A is dus de tante van C. A en C zijn bloedverwanten in de derde graad. A en B wonen samen en voldoen aan alle eisen van artikel 1a SW 1956, zodat zij voor de Successiewet 1956 elkaars partner zijn. A overlijdt en heeft C tot erfgenaam benoemd.

Vragen
  1. Welk tarief is van toepassing als twee samenwoners elkaars partner zijn en één iets schenkt of nalaat aan een kind van de andere partner?
  2. Welke vrijstelling is van toepassing als twee samenwoners elkaars partner zijn en één iets schenkt of nalaat aan een kind van de andere partner?
Antwoorden
  1. Op de verkrijging door het kind is tariefgroep I van artikel 24 SW 1956 van toepassing als de samenwoners elkaars partner zijn in de zin van artikel 1a SW 1956. Dit geldt zowel bij een verkrijging krachtens schenking als bij een verkrijging krachtens erfrecht.
  2. Op de verkrijging door het kind is de kindvrijstelling van artikel 32, lid 1, onder 4°, onderdeel c, SW 1956 (erfbelasting) of artikel 33, lid 5, SW 1956 (schenkbelasting) van toepassing, als de samenwoners elkaars partner zijn in de zin van artikel 1a SW 1956.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
24 april 2024
Rolnummer
KG:063:2024:1
NLF-nummer
NLF 2024/1052
Aflevering
30 april 2024
bwbr0002226&artikel=1a,bwbr0002226&artikel=1a,bwbr0002226&artikel=24,bwbr0002226&artikel=24,bwbr0002226&artikel=32,bwbr0002226&artikel=32,bwbr0002226&artikel=35,bwbr0002226&artikel=35

Naar de bovenkant van de pagina