Direct naar content gaan

Samenvatting

Verwijzingszaak Hoge Raad 21 april 2023, 21/04462, ECLI:NL:HR:2023:647, NLF 2023/0982, met noot van De Beer.

A bezat middellijk via E (bv) 49% van de aandelen in D (bv). In een aantal dochtermaatschappijen van D werden activiteiten ontplooid bestaande uit het exploiteren van hoorcentra (hierna: horen) en optiekcentra (hierna: zien). In 2011 heeft een ruziesplitsing van D plaatsgevonden. A verkreeg via een door de splitsing ontstane dochtermaatschappij van E ‘horen’, waarin begrepen een deelneming C en het bedrijfspand. In 2012 heeft een afsplitsing plaatsgevonden van de dochtermaatschappij van E, waardoor de aandelen in C en het bedrijfspand werden verkregen door B (bv), waarin A alle aandelen hield. Op 25 september 2013 heeft A alle aandelen in B geschonken aan haar zoon (X; belanghebbende). X en A hebben bij de aangifte schenkbelasting een beroep gedaan op de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR).

De Inspecteur heeft bij de aanslagregeling het standpunt ingenomen dat slechts voor 49% voldaan is aan de in artikel 35d, lid 1, aanhef en onderdeel c, SW 1956 geformuleerde bezitseis. Daarvan uitgaande heeft de Inspecteur de voorwaardelijke vrijstelling deels toegepast.

X doet een beroep op de vrijstelling voor een hoger bedrag dan door de Inspecteur bij de aanslagregeling is toegekend.

Na verwijzing door de Hoge Raad onderzoekt verwijzingshof Arnhem-Leeuwarden eerst of bij D vóór de ruziesplitsing sprake was van één of van meer dan één onderneming.

Hoewel aan X kan worden toegegeven dat een aantal feiten en omstandigheden erop zouden kunnen duiden dat bij horen en zien sprake was van één onderneming, acht het Hof X er toch niet in geslaagd die stelling aannemelijk te maken.

Het Hof acht aannemelijk dat X uiteindelijk, via de ruziesplitsing, de afsplitsing en de schenking de objectieve onderneming ‘horen’ van B heeft voortgezet en dat in dat kader de belangen bij de overige ondernemingen van D zijn uitgeruild. Voor dat geval is tussen partijen niet in geschil dat de aanslag terecht en tot het juiste bedrag aan X is opgelegd.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
12 maart 2024
Rolnummer
23/1408
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:1864
Auteur(s)
mr. J. Kanters
Lubbers, Boer & Douma
NLF-nummer
NLF 2024/0797
Aflevering
2 april 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6321
bwbr0002226&artikel=35d,bwbr0002226&artikel=35d

Naar de bovenkant van de pagina