Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is met dagtekening 11 augustus 2020 een aanslag IB/PVV 2017 opgelegd. Het bedrag van de aanslag is nihil. Het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag is afgewezen.

Naar Rechtbank Zeeland-West-Brabant begrijpt, stelt X in deze procedure dat hij in 2017 een (stakings)verlies uit onderneming heeft geleden.

Hof Den Haag is in een uitspraak van 10 juni 2016 (15/00294 t/m 15/00297, ECLI:NL:GHDHA:2016:1737) uitgegaan van staking van de onderneming van X in 2009 en heeft voor dat jaar op basis van een compromis een stakingswinst van € 100.000 in aanmerking genomen.

X stelt dat de staking van zijn onderneming ten onrechte in 2009 heeft plaatsgevonden. Voornoemde uitspraak staat echter onherroepelijk vast. De Inspecteur heeft daarom terecht het verzoek om ambtshalve vermindering afgewezen, omdat tussen partijen rechtens heeft te gelden dat X zijn onderneming in 2009 heeft gestaakt en dat in dat jaar de fiscale afrekening heeft plaatsgevonden. Voor het in aanmerking nemen van een verlies uit onderneming in 2017 bestaat dan geen aanleiding. Voor het overige heeft X geen feiten en omstandigheden gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, die kunnen leiden tot een aanpassing van de aanslag in het voordeel van X.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
12 april 2024
Rolnummer
23/2288
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2447
NLF-nummer
NLF 2024/0985
Aflevering
23 april 2024

Naar de bovenkant van de pagina