Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X heeft op 7 april 2013 de Honda van haar vriend in Amsterdam geparkeerd en abusievelijk het kenteken van haar eigen Daihatsu via de Parkmobile-app aangemeld voor belparkeren. Ze heeft haar auto om 14.56 uur aan- en om 16.10 uur afgemeld. De Daihatsu stond toen met een geldige parkeervergunning elders geparkeerd. De parkeerbelasting ter zake van het parkeren van 14.56 uur tot 16.10 uur op 7 april 2013 is later door Parkmobile via een automatische incasso geïnd.
Bij een controle om 15.57 uur is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd omdat de controleur meende dat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan.
Volgens Hof Amsterdam is naheffing van parkeerbelasting in dit geval niet mogelijk.
Het college van B&W van Amsterdam heeft daarop cassatieberoep ingesteld.
Wanneer niet op de voorgeschreven wijze aangifte is gedaan, maar de verschuldigde belasting wel is betaald, kan dan een naheffingsaanslag parkeerbelasting worden opgelegd?
Volgens de Hoge Raad moet deze vraag worden beantwoord met toepassing van artikel 20 AWR.
Toepassing van artikel 20 AWR brengt mee dat in dit geval naheffing niet mogelijk is nu vaststaat dat X de voor het parkeren van de Honda verschuldigde belasting heeft betaald.
Dat X niet op de voorgeschreven wijze aangifte heeft gedaan doordat zij een ander kenteken heeft vermeld dan het kenteken van het geparkeerde voertuig, doet hieraan niet af.
Het cassatieberoep wordt ongegrond verklaard.
Conform A-G IJzerman.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2013
Instantie
HR
Datum instantie
26 februari 2016
Rolnummer
15/03528
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:316
bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina