Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze WOZ-zaak was voor Hof Amsterdam in geschil of de Heffingsambtenaar in de bezwaarfase mocht volstaan met het ter inzage leggen van de gegevens waarom X (belanghebbende) in aanvulling op het aan hem toegezonden taxatieverslag had verzocht, dan wel (afschriften van) deze gegevens aan X had moeten toezenden. Voor het Hof was niet in geschil of de waarde van de woning te hoog is vastgesteld.

Het Hof heeft onder meer geoordeeld dat de Heffingsambtenaar met het verstrekken van het taxatieverslag zowel aan zijn verplichtingen op grond van artikel 7:4 Awb als aan zijn verplichtingen op grond van artikel 40, lid 2, Wet WOZ heeft voldaan.

Het Hof heeft de uitspraak van Rechtbank Amsterdam vernietigd, uitsluitend voor zover het betreft de beslissingen tot vergoeding van proceskosten en het geheven griffierecht. Die beslissingen houden in dat de Heffingsambtenaar wordt veroordeeld tot vergoeding van de door belanghebbende in beroep gemaakte proceskosten en van het griffierecht omdat de Heffingsambtenaar niet aan zijn verplichtingen op grond van artikel 40, lid 2, Wet WOZ heeft voldaan.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dit gegrond.

Het Hof heeft ten onrechte geoordeeld dat de Heffingsambtenaar op grond van artikel 40, lid 2, Wet WOZ kon volstaan met het toezenden van het taxatieverslag, en dat hij met betrekking tot de andere aan de vastgestelde waarde ten grondslag gelegde gegevens kon volstaan met terinzagelegging voorafgaand aan de hoorzitting.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HR
Datum instantie
15 maart 2024
Rolnummer
22/02171
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:392
NLF-nummer
NLF 2024/0687
Aflevering
19 maart 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6298
bwbr0007119&artikel=40,bwbr0007119&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina